Nepnieuws over Corona: naast de Pandemie is er ook een Infodemie!

nepnieuws corona

Halverwege februari klinkt er een waarschuwing vanuit de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). De corona-epidemie (op dat moment nog geen pandemie) wordt vergezeld door een infodemie: een overvloed aan informatie én misinformatie. Internationaal persbureau Reuters onderzocht samen met de universiteit van Oxford de aard van de plotseling ontstane stroom aan misinformatie. 

Misinformatie en nepnieuws brengt tijdens een wereldwijde gezondheidscrisis serieuze risico’s voor de publieke gezondheid met zich mee. Niet voor niets noemt Christina Tardáguila, Associate Director van het International Fact-checking Network (IFCN), de huidige infodemie de grootste uitdaging waarvoor factcheckers ooit hebben gestaan. Dat ze de uitdaging aangaan blijkt uit de resultaten van Reuters’ onderzoek: tussen januari en maart is het aantal Engelstalige factchecks met 900 procent toegenomen (al is de hoeveelheid misinformatie waarschijnlijk nog sterker gegroeid).

Prominente publieke figuren die misinformatie verspreiden, genereren veruit de meeste likes en retweets

Verder blijkt dat de meeste misinformatie niet compleet is verzonnen, maar bestaat uit subtiele verdraaiingen of bewerkingen van feiten. En hoewel prominente publieke figuren slechts voor een klein deel verantwoordelijk zijn voor de verspreiding van misinformatie, genereren zij veruit het meeste engagement (likes, reacties, retweets, delen van berichten). Hoe meer engagement, hoe hardnekkiger het nepnieuws. Ondanks de vele inspanningen van factcheckers circuleert op ieder socialmediaplatform nog steeds minimaal een kwart van al het nepnieuws.

Sociale media als voornaamste bron

De wetenschappers analyseerden 225 ‘stukjes’ misinformatie (nieuwsberichten, social media posts, tv-optredens of toespraken). Systematisch codeerden zij ieder stukje: de bron, de gemaakte claims en de veronderstelde motivatie achter het creëren ervan. Verder verzamelden ze alle data over engagement, voor een indicatie van het bereik en de reacties op verschillende typen misinformatie. Het grootste deel van de steekproef (88 procent) was afkomstig van social media. Een klein deel verscheen ook op tv (9 procent) nieuwssites (8 procent) of op andere soorten websites (7 procent).

Beter goed gejat dan slecht verzonnen

Maar liefst 59 procent van de misinformatie die circuleert bestaat uit verdraaide, uit de context gehaalde of herschreven informatie die van origine klopt. Een veel kleiner gedeelte van het nepnieuws is compleet verzonnen (38 procent). Dit eerste type nepnieuws blijkt een stuk ‘succesvoller’ en zorgde voor 87 procent van alle engagement op social media. Het compleet verzonnen nepnieuws was verantwoordelijk voor 12 procent van alle interactie. De vrees voor deep fake nepnieuws (waarbij met behulp van artificiële intelligentie menselijke beelden gecombineerd worden met bestaande afbeeldingen, video’s of stemmen) bleek ongegrond en werd niet aangetroffen in de steekproef. Ook ontdekten de onderzoekers geen grote verschillen in de veronderstelde motivaties voor het creëren van nepnieuws.

Lees hier verder: https://www.svdj.nl/nieuws/nepnieuws-over-corona-zo-ziet-de-infodemie-eruit/

RP: Lees vooral ook dit: https://www.svdj.nl/nieuws/onderzoeksjournalistiek-crisis-is-er-nog-ruimte-voor-iets-anders-dan-corona/