REVOLUTIE IN EUROPA?

Steve Bannon

RP: Dit artikel gaat over “Populisme”.  Dit woord heeft altijd een denigrerende betekenis gehad, die de elite voor het volk gebruikte!  Het is moeilijk een definitie van een begrip te geven dat door zoveel mensen verschillend geïnterpreteerd wordt. Toch ontstaat er in de wetenschap langzaam wat meer consensus. Zo zou je het populisme kunnen omschrijven als een stijl van politiek bedrijven waarin een homogene opvatting van ‘het volk’ (of een variant op dat begrip) centraal staat.

Het belang van ‘het volk’ moet vervolgens worden verdedigd tegen de praktijken van de heersende politieke en/of economische elite en externe bedreigingen, zoals gedwongen immigranten-invasies! Persoonlijk vind ik dit voorbeeld niet erg positief voor het begrip “Populisme” maar het is wel tekenend voor de situatie waarin wij als volk van Europa, dankzij de EU, terecht zijn gekomen.

Bekijk eerst deze video:

Met het oog op de Europese verkiezingen volgend jaar, wil de voormalig Trump-adviseur Steve Bannon rechts-populisten uit diverse Europese landen een handje helpen. The Movement komt naar Europa. Vanavond meer hierover in Nieuwsuur om 22.00 uur op NPO 2.

Wil je alvast meer weten over het populisme? Hier neemt Leonard Ornstein het populisme onder de loep: Wat is populisme? Populisme is een verzamelnaam voor politieke bewegingen die zich afzetten tegen de gevestigde orde. Kiezers voelen zich vooral aangetrokken tot het saamhorigheidsgevoel en de leider van een populistische groepering. Wat een populist werkelijk onderscheidt van andere politici is diens claim dat hij, en alleen hij, het echte volk vertegenwoordigt, stelt politiek denker Jan-Werner Müller in zijn boek Wat is populisme?  

Een populist staat zogenaamd in dienst van het volk: hij is de uitvoerder van de authentieke volkswil. Leiders als Donald Trump (de VS) en Recep Erdogan (Turkije) legitimeren hun denken en handelen met de redenering dat dit is wat “het volk” wil. Daarom minachten ze ook instituties die de checks and balances in een democratie in stand houden en die een normerende en controlerende functie hebben, zoals rechters en journalisten. Populisten versimpelen de waarheid, want zij hebben er geen belang bij om hun kiezers te vertellen hoe gecompliceerd en niet-eenduidig zaken soms in elkaar zitten. De genuanceerde werkelijkheid of de weerbarstige praktijk is niet besteed aan populisten. Juist het overzichtelijke wereldbeeld maakt hen zo aantrekkelijk voor kiezers.

In Nederland had je in het verleden de Amsterdamse zwerver Hadjememaar, boer Koekoek en Janmaat die te boek staan als populistische politici. Maar een groots verleden op het gebied van populisme heeft Nederland niet. “Populisme is een dunne ideologie met een dunne traditie in Nederland,” constateren Paul Lucardie en Gerrit Voerman dan ook in Populisten in de Polder.

De Amerikaanse president Donald Trump is het bekendste voorbeeld van een hedendaags populistisch leider. Gedurende zijn verkiezingscampagne legt hij aan zijn volgers voor wat er moet gebeuren met zijn tegenstander Hillary Clinton, nadat uit FBI-onderzoek blijkt dat Clinton haar privé-mailserver heeft gebruikt toen ze minister van Buitenlandse Zaken was. De woedende menigte uit de Bijbel komt weer in gedachten als je je de beelden voor de geest haalt van opgehitste, woedende Trump-aanhangers die ‘Lock her up, lock her up’  brullen, nadat Trump aan ze heeft gevraagd wat er met haar moet gebeuren.
Populisten als Trump weten precies hoe ze mensen die teleurgesteld zijn in de politiek, die vinden dat zij aan de zijlijn van de maatschappij staan, een stem geven. Zoals D66-leider Alexander Pechtold voor zijn boek Henk, Ingrid en Alexander spreekt met PVV-kiezers om te begrijpen wat hen beweegt, zo doet filmmaker Michael Moore dat met Trumpstemmers voor zijn documentaire Trumpland. In Trumpland zit een fragment waarin Moore uitlegt waarom teleurgestelde kiezers zich wenden tot Trump. De reden klinkt zo simpel: omdat hij praat met de mensen die het zwaar hebben en hen lijkt hen te begrijpen. Moore: “Trump is de menselijke Molotovcocktail waar ze op gewacht hebben”.

 

De geest van het populisme en ook van Pim Fortuyn zweefde boven de laatste verkiezingen. De gevestigde partijen zijn beducht geraakt voor het populisme, vanwege de aantrekkingskracht die het kan uitoefenen op mensen uit alle hoeken van de samenleving. Politici anno 2017 laten zich niet meer verrassen, zoals in 2002 gebeurde toen Pim Fortuyn pijlsnel opkwam en bijna alle politici met de mond vol tanden stonden. De VVD (33) en de PVV (20) zijn de twee grootste partijen van Nederland geworden. Ja, het populisme heeft gewonnen. Dat kun je stellen als de twee grootste partijen, beide dankzij hun eigen wijze van populisme, the hearts and minds van een groot deel van het Nederlandse electoraat hebben veroverd.

De VVD heeft een eigen vorm van populisme gecreëerd. De liberale partij maakt niet meer de fout van de vorige verkiezingen door met grote beloftes te schermen (“Geen cent meer naar Griekenland’” en “Iedereen krijgt er 1000 euro bij”), maar heeft het wel voortdurend over identiteit en moraal. In zijn ‘Brief aan alle Nederlanders’ vraagt VVD-leider (en minister-president) Mark Rutte zich af wat normaal is in Nederland. “Laten we ervoor strijden dat we ons thuis blijven voelen in ons mooie land. Laten we duidelijk blijven maken wat hier normaal is en wat niet.”

Een PVV-thema vertaald in PVV-light-taal. ‘Doe normaal’, is ook de VVD-leus in de verkiezingen, waar ook het oer-Hollandse spreekwoord ‘Doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg’ in doorklinkt. Daarnaast is het een knipoog naar de venijnige ‘Doe normaal’-woordenwisseling die VVD-leider Mark Rutte en PVV-voorman Geert Wilders hadden tijdens de Algemene Beschouwingen van 2011.

Het is Ruttes antwoord op het PVV-populisme, net als zijn onparlementaire antwoord aan migranten die niet willen integreren: “Pleur op!” In zijn overwinningstoespraak op 17 maart aan de VVD-aanhang zegt Rutte dat het ‘botte populisme’ verloren heeft. Het ‘verkeerd soort populisme’, noemt Rutte het ook, wat dat ook moge zijn. In Ruttes optiek is dat het populisme van Wilders, want de vrees was lang dat Wilders’ PVV de verkiezingen zou winnen en de grootste partij van Nederland zou worden. Dat is niet gebeurd, maar het populisme heeft wel degelijk een overwinning geboekt.

Historicus Maarten van Rossem schrijft in de nacht na de verkiezingen voor zijn eigen blad Maarten een scherpe analyse over de uitslag. “Het feest van de democratie was de afgelopen maanden in Nederland een pijnlijke vertoning, die vooral liet zien hoezeer de populistische schimmel het hele politieke bestel en een aanzienlijk deel van de partijen heeft aangetast. De verkiezingen gingen vrijwel permanent over de politicus die vooral afwezig was: Geert Wilders.”

Populisme kan een gevaar vormen voor democratie. Müller stelt: “De populistische logica impliceert ook dat wie de populistische partijen niet steunt, niet echt behoort tot het volk – dat steeds als rechtschapen en moreel zuiver wordt voorgesteld.” Kortom: wie niet voor ons is, is tegen ons. Vijand van het volk zijn de gevestigde machthebbers, de ‘corrupte elites’.

Bron: https://npofocus.nl/populisme