Het verband tussen misdaad en etnische afstamming.

jihadjeugd

Wij kunnen het in de doofpot stoppen, we kunnen het racisme noemen, we kunnen het met tig redenen verontschuldigen; met andere woorden we moeten het tolereren! Maar de keiharde waarheid is dat wij met onze “open grenzen” onze eigen ondergang hebben getekend!

In Nederland is de helft van de Marokkaanse jongens op zijn tweeëntwintigste met de politie in aanraking gekomen voor een misdrijf. Eén op de drie in deze groep is een veelpleger met meer dan vijf feiten op zijn kerfstok. Dat blijkt uit een nieuwe studie die is gepubliceerd in het jongste nummer van het Tijdschrift voor Ciminologie. Tot verrassing van de auteurs blijken ook Marokkaanse meisjes drie keer zo veel criminele feiten te plegen als Nederlandse dames. En veelplegers zijn gemiddeld niét gewelddadiger dan personen die maar eens af en toe een feit plegen.

Uit een ander onderzoek in hetzelfde nummer van TVC blijkt dan weer dat asielmigranten meer criminele feiten plegen dat autochtonen of gewone migranten. Een evaluatie van beide studies én de vraag of deze studie kan veralgemeend worden naar België. Niet dus.

Het verband tussen etniciteit (de herkomst van iemand, nvdr) en criminaliteit onderzoeken ligt gevoelig. Registratie van iemands etnische afkomst lokt al gauw de beschuldiging van “racisme” uit. In België zijn er dan ook geen onderzoeken over dit thema. Maar in Nederland wel. Het Nederlandse Tijdschrift voor Criminologie wijdde er zelfs een heel thema-nummer aan.

Centraal staat een nieuwe studie van Arjan Blokland, Kim Grimbergen, Wim Bernasco en Paul Nieuwbeerta. Zij volgden iedereen die in 1984 (!) in Nederland geboren is tot hij of zij 22 jaar werd. Ze gingen na hoeveel maal deze personen voor een misdrijf met de politie in aanraking kwamen.
Zo’n studie gebeurde nooit eerder. Wel bleek eerder al dat het aantal allochtonen in de jaarlijkse groep verdachten in Nederland twee keer zo groot is als hun aandeel in de bevolking. En ook dat ongeveer een derde van alle geregistreerde criminaliteit in Nederland gepleegd werd door een niet-westerse allochtoon.

En dan had je nog een onderzoek van de stad Rotterdam. Dat toonde aan dat in 2007 meer dan de helft van de Marokkaanse Rotterdammers tussen 18 en 24 jaar minstens één keer met de politie in aanraking kwam voor een misdrijf. De recidive lag in deze groep zelfs rond de 90%. Deze studies waren echter momentopnames, die dus vertekend kunnen zijn. Nooit werd een volledige geboorte”cohorte” (een groep uit een bepaald geboortejaar die jarenlang wordt gevolgd, nvdr) in heel Nederland gevolgd. Dat gebeurde nu dus wel.

De criminaliteit bij asielmigranten ligt – met een gemiddelde van 5,1% verdachten – hoger dan die van autochtone Nederlanders en van de gewone migrantengroepen, zo stellen de auteurs. In 2004 was 1,5% van alle autochtone Nederlanders geregistreerd als verdachte, 6% van de Marokkanen en 7,5% van de Antillianen. Maar de cijfers zijn moeilijk vergelijkbaar omdat asielmigranten een specifieke groep zijn: (toen nog) voornamelijk jonge mannen met een sterke sociale frustratie en achterstand.

Opm.: Ondanks de hierboven en hierna genoemde lijst met allerlei excuses (wij realisten noemen het k*t smoesjes), zijn de bewijzen onomstotelijk! Europa is verloederd door de tsunami van niet-westerse immigranten!

http://www.gva.be/cnt/aid948509/het-verband-tussen-misdaad-en-etnische-afstamming